OR
of PVT?
De instellingsgrens
voor een OR is 50 of meer werkzame personen. Dat
zijn personen
met een arbeidscontract met de ondernemer
(de b.v., stichting, gemeente, etc.), en personeel met een uitzendovereenkomst
dat langer dan 24 maanden in de onderneming werkt. Het gaat om personen
dat "in den regel" werkt in de onderneming, ongeacht of het gaat om
part-timers
of full-timers. Artikel
1 lid 4 van de WOR bepaalt dat de directeur niet meetelt. Dat
is de
"bestuurder"
die in naam van de ondernemer handelt.
Een
OR kan je ook oprichten
als er minder dan 50 werkzame personen zijn. Dat is
een zogenaamde
vrijwillige OR (overeenkomstig artikel
5a lid 2 van de WOR). Daarvoor moet je wel de medewerking
hebben van
de ondernemer.
Als een bedrijf valt onder
een CAO waarin is bepaalt dat ook bij minder dan 50 werknemers een OR
moet
worden ingesteld, dan is de ondernemer verplicht om zich aan de regels
van die CAO te houden.
Als uw bedrijf niet onder
een dergelijke CAO valt en de directie wil niet komen tot een
vrijwillige
OR dan kan er een zogenaamde Personeelsvertegenwoordiging (PVT)
komen
overeenkomstig artikel
35C van de WOR. De ondernemer is verplicht tot de instelling
van een
PVT indien de meerderheid van het personeel te kennen geeft dat te
willen.
De PVT heeft aanzienlijk minder medezeggenschapsrechten dan de OR. Zie
het onderstaande overzicht met de belangrijkste verschillen
tussen PVT en OR.
Een
PVT kan met de ondernemer
extra bevoegdheden afspreken in een zogenaamde ondernemingsovereenkomst
(WOR artikel
32).
Indien een ondernemer niet
handelt volgens de wet door geen OR of PVT in te stellen,
dan kan elke belanghebbende bij de kantonrechter
de instelling afdwingen.
Tip
- Streef tijdens de instellingsfase
zoveel mogelijk naar concensus met de directie. Laat het alleen in het
aller uiterste geval aankomen op een juridische procedure om de
instelling
van een OR of PVT af te dwingen. Medezeggenschap is een proces waaraan
twee partijen zullen moeten samenwerken wil het slagen. Beginnen met
een
conflict en een juridische procedure kan de medezeggenschap jarenlang
frustreren.
Belangrijkste
verschillen tussen OR en PVT
PVT |
OR |
In
een onderneming met tussen de 10 en 50 werknemers |
In
een onderneming met 50 of meer werknemers |
Verplichte
instelling indien de meerderheid van de in de onderneming werkzame
personen
dit verzoekt |
Verplichte
instelling |
Ten
minste 3 leden |
Tenminste
5 leden |
Minimaal
twee maal per jaar overleg met de bestuurder, in de praktijk meer |
Minimaal
twee maal per jaar overleg met de bestuurder, in de praktijk meer |
Adviesrecht
over alle voorgenomen besluiten die
leiden tot verlies
van arbeidsplaatsen of tot een belangrijke verandering van de arbeid of
de arbeidsvoorwaarden van tenminste een kwart van de werknemers.
Er
is geen verplichte opschortingstermijn als de ondernemer het advies van
de PVT niet overneemt.
Er
is geen beroep tegen het besluit van de ondernemer mogelijk.
|
Adviesrecht
over incidentele bedrijfseconomische, financiele en organisatorische
veranderingen
zoals opgesomd in artikel
25 lid 1 WOR.
Criterium
van kwart van
de werknemers ontbreek.
De
ondernemer is verplicht
het besluit een maand op te schorten indien het afwijkt van het advies
van de OR (en als de OR hem niet ontslaat van deze
opschortingsverplichting).
De
OR kan beroep tegen het
besluit aantekenen bij de ondernemingskamer. |
Instemmingsrecht:
vaststelling, wijziging of intrekking van een:
werktijden
regeling; arbeidsomstandigheden regeling; ziekteverzuim regeling.
|
Instemmingsrecht:
vaststelling, wijziging of intrekking van een aantal regelingen zoals
omschreven
in artikel
27 lid 1 van de WOR. |
Initiatiefrecht:
ontbreekt |
Initiatiefrecht:
het recht om voorstellen bij de bestuurder in te dienen waarop hij
verplicht
is schriftelijk te reageren zoals omschreven in artikel 23
lid 2 en 3 van de WOR |
Informatierecht:
desgevraagd alle informatie die voor vervulling van de taak
van
de PVT redelijkerwijs noodzakelijk is.
De
taak van de PVT is beperkt
tot advies en instemmingsplichtige onderwerpen.
De
ondernemer is niet verplicht
informatie te geven over instemmingsplichtige of adviesplichtige
besluiten
die hij in voorbereiding heeft.
De
ondernemer is niet verplicht
de informatie schriftelijk te geven.
|
Informatierecht:
desgevraagd alle informatie die voor vervulling van de taak
van
de OR redelijkerwijs noodzakelijk is.
De
taak van de OR omvat
alle advies en instemmingsplichtige onderwerpen alsmede de speciale
aandachtsgebieden
die omschreven zijn in artikel
28 van de WOR.
De
ondernemer is verplicht
tijdig informatie te geven over instemmingsplichtige of adviesplichtige
besluiten die hij in voorbereiding heeft (artikel
24 lid 1 WOR).
Desgevraagd
schriftelijk. |
Faciliteiten:
de PVT heeft geen wettelijk geregeld minimum aantal uren voor
vervulling
van zijn taak.
De
PVT kan alleen commissies
instellen en deskundigen raadplegen met toestemming van de ondernemer.
|
Faciliteiten:
de OR heeft een wettelijk minimum aantal uren van 60 per jaar voor vervulling
van
zijn taak.
De
OR heeft het recht om
commissie in te stellen en deskundigen te raadplegen en stelt de
ondernemer
daarvan op de hoogte (de ondernemer heeft recht van bezwaar).
|
Een
PVT kan extra bevoegdheden en rechten met de ondernemer afspreken in
een
onderneminingsovereenkomst (WOR artikel
32). |
De OR kan eveneens (nog meer) extra bevoegdheden en rechten met de ondernemer afspreken in
een
onderneminingsovereenkomst (WOR artikel
32). |
Zie voor meer informatie:
|