Home > Diensten > Databank medezeggenschap (demo)
Zoek:

Welke middelen heeft de OR om tot een oordeel over de adviesaanvraag te komen?
Tekst voor: OR

  • Een eigen visie
    Dit is de belangrijkste voorwaarde om te komen tot een oordeel over het voorgenomen besluit uit de adviesaanvraag. Een visie is een standpunt van u als OR over hoe de onderneming zich ontwikkelt en welke bedreigingen en mogelijkheden er voor de onderneming zijn. Dat standpunt heeft ook betrekking op het bedrijfsbeleid en op het sociaal beleid en de medezeggenschap (zie ook hieronder de opmerkingen over taakopvatting). Een OR visie komt niet uit de lucht vallen maar is het resultaat van permanent eigen onderzoek. 
    Vaak hebben OR-leden uiteenlopende visies. Een gezamenlijke OR-visie is het resultaat van een permanente discussie over en toetsing van die verschillende individuele visies. Het maakt dat de OR een consistent eigen beleid heeft en niet steeds verschillend reageert op afzonderlijke gebeurtenissen (ad-hoc beleid). Dat veronderstelt van elk OR-lid alertheid voor signalen en informatie, en de bereidheid om binnen de OR voortdurend een open discussie over visies en standpunten te voeren.
    Als u geen visie heeft op de ontwikkelingen in de onderneming op het moment dat de ondernemer uw advies vraagt dan zult u die zo snel mogelijk moeten ontwikkelen.
  • Duidelijkheid over uw taakopvatting
    De WOR zegt in artikel 2 dat de ondernemer een OR moet instellen in het belang van het goed functioneren van die onderneming in al haar doelstellingen en ten behoeve van het overleg met de vertegenwoordiging van het personeel. Hoe u als OR verder aan die taak invulling geeft is uw eigen verantwoordelijkheid. Bij het adviesrecht en het instemmingsrecht gaat het er niet zozeer om een goedkeuring of afkeuring uit te spreken, maar om een onderbouwd advies / instemming te geven over het voorgenomen besluit: hoe het eventueel anders en beter kan. Uit het advies of instemming kan dan natuurlijk een goedkeuring of afkeuring blijken. 
    Het kan zijn dat u in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken wenst te zijn bij de ontwikkeling van voorgenomen besluiten, of alleen wenst te adviseren of in te stemmen over reeds volledig uitgewerkte besluiten. Ook is het belangrijk hoe u het overleg met de bestuurder wenst vorm te geven. Als sparringpartner, als controleur, belangenbehariger, et cetera, en hoe u dat vorm wil geven: strategische adviseur, regie- of kern-OR, doorgeefluik van achterban-meningen et cetera. En tenslotte is de vraag van belang of u eigen thema's wil aankaarten en met welke prioriteit of wacht wat er op u af komt.
  • Toetsingspunten
    Voor de beoordeling van een voorgenomen besluit en het opstellen van een advies of het geven instemming is een eigen visie en taakopvatting niet voldoende. Daarvoor dient u tevens toetsingspunten (beoordelingscriteria) op te stellen waaraan het voorgenomen besluit dient te voldoen. Deze criteria zijn gedeeltelijk afgeleid uit uw visie en zijn gebaseerd op de problematiek, omstandigheden en mogelijkheden in uw organisatie.
    Beoordelingscriteria moeten zodanig zijn geformuleerd dat het concrete besluit ermee getoetst kan worden. Bijvoorbeeld bij een voorgenomen reorganisatie: vervangend werk bij het wegvallen van bestaand werk; een evenwichtige verhouding tussen het aantal leidinggevenden en uitvoerenden; het zelfstandig als organisatie uit kunnen blijven voeren van bepaalde werkzaamheden; et cetera.
    Als u duidelijke beoordelingscriteria heeft, dan bent u beter instaat informatie te verzamelen; beter instaat het voorgenomen besluit te beoordelen, en uw oordeel om te zetten in een advies.
    Enkele andere voorbeelden van heel algemene criteria zijn:
    • het doel dat de ondernemer met het voorgenomen besluit nastreeft moet legitiem zijn (legitimiteit)? Het is bijvoorbeeld maar de vraag of een gemiddelde norm voor de rentabiliteit van 20 procent van het Eigen vermogen legitiem is.
    • het voorgenomen besluit moet goed onderbouwd zijn (kwaliteit van het besluitvormingsproces)?
    • het voorgenomen besluit moet effectief zijn (effectiviteit)? Diverse aspecten kunnen daarbij van belang zijn.
    • er moet voldoende begrip en steun voor de maatregel in de onderneming zijn (draagvlak)? Inhoud van en communicatie over de maatregel zijn hierbij bepalend.
    • de tijdsplanning moet realistisch (haalbaarheid)?
    • alternatieve denkbare met minder ingrijpende of minder negatieve sociale gevolgen moeten zijn afgewogen (sociale aanvaardbaarheid)?
  • Feiten en argumenten die kloppen
    Visie, taakopvatting en beoordelingscriteria bepalen in belangrijke mate welke argumenten en feiten u als OR gebruikt in uw oordeel over het voorgenomen besluit. Nieuwe feiten en argumenten kunnen de visie en criteria wijzigen. De feiten en argumenten die u wilt aanvoeren ter onderbouwing van uw oordeel moeten echter wel kloppen. Gelijk hebben is een belangrijke voorwaarde om gelijk te krijgen. U zult dus genoodzaakt zijn om uit eigen uitgangspunten en informatie kritisch te onderzoeken en op juistheid te toetsen.
    Als feiten en argumenten waarmee u het OR-advies onderbouwt niet kloppen dan gaat u onderuit in de discussie met uw bestuurder en moet u mogelijk ook uw visie bijstellen. Er zijn OR'en die geen tijd steken in de onderbouwing van hun argumenten omdat ze in staat zijn om op basis van macht een directiebesluit te beïnvloeden. Maar ook voor hen geldt dat ze rekening moeten houden met de situatie en de omstandigheden.
  • Benutting van wettelijke bevoegdheden en hulpmiddelen
    De Wet op de Ondernemingsraden biedt een scala van bevoegdheden en mogelijkheden.
    • U heeft het recht om alle inlichtingen bij de bestuurder op te vragen die u redelijkerwijs nodig heeft om tot een advies te kunnen komen over het voorgenomen besluit.
    • U heeft het recht tijd vrij te maken voor het raadplegen van uw achterban en deskundige collega’s binnen de onderneming. U heeft het recht daarvoor een tijdelijke commissie in te stellen, waarin ook niet-OR-leden zitting kunnen nemen;
    • U heeft het recht om een extern adviseur in te huren en zo ondersteuning te krijgen van een deskundig buitenstaander voor de uitwerking van, en het onderzoek naar uw eigen probleemstelling;
    • Met het initiatiefrecht kunt u een discussie afdwingen met de bestuurder over eigen (tegen-)voorstellen;
    • Het recht van scholing en vorming biedt u de mogelijkheid om in alle rust de voorgestelde maatregelen grondig te bestuderen en te bediscussiëren.
    • Als het nodig is kunt u de Bedrijfscommissie laten bemiddelen bij meningsverschillen met de bestuurder over de adviesprocedure;


Naar het begin van het document Vrijwaring Print deze tekst


Wilt u meer weten?
• Stel uw vraag via de vraagbaak, of,
• Stel uw vraag aan een mede abonnee, of,
• Kijk in het cursusoverzicht welke cursussen over dit onderwerp bestaan, of,
• Of zoek in de Databank Medezeggenschap:
in de titels:
..  
in de teksten:
..  
Wetteksten:
..  
Heel OR.nl:
..  
Reacties

Wij stellen uw commentaar en suggesties ter verbetering op prijs!
Heeft u opmerkingen over bovenstaande tekst? Zet die dan in onderstaand tekstvak en druk op de knop "Versturen"

Een reactie van ons moet naar: email adres:


Vrijwaring   © or.nl 2000-2020